Om goed in te kunnen schatten welke hulp en zorg iemand nodig heeft, is er goede triage nodig op verschillende niveaus, zoals in de meldkamer, bij een gemeentelijk meldpunt en op straat. Triage behelst allereerst het beoordelen van de urgentie van de hulpvraag.

In het geval van personen met onbegrepen gedrag gaat het dan om veiligheidsrisico’s, zowel voor de persoon zelf als voor anderen. Belangrijk is dat meldpunten ‘dezelfde taal’ gaan spreken, en goed onderscheid leren maken tussen ‘overlast’, risico op gewelddadige escalatie en/of persoonlijke risico’s van de persoon die beoordeeld wordt (zowel in lichamelijke als in psychische zin). Vervolgens bepaalt de triagist de wijze waarop de melding het beste kan worden opgepakt, door wie de persoon gezien moet worden om te bepalen welke hulp en zorg iemand nodig heeft.

Dit project heeft als doel om inzichtelijk te maken hoe triage op de verschillende triagepunten momenteel plaatsvindt en op welke manier de urgentie (en de risico’s) beoordeeld worden. Onderdeel van dit project is het toewerken naar een gemeenschappelijke taal, meer gestructureerde urgentiebepaling en risicotaxatie, en op welke manier dit geïmplementeerd kan worden in de praktijk.